Het laatste weekend van maart is het weer zover: de klok wordt verzet! Veel ouders vinden de overgang van wintertijd naar zomertijd veel minder erg dan andersom, maar toch kan het zijn dat je kindje er wel eventjes aan moet wennen.
De overstap van de wintertijd naar de zomertijd heeft namelijk effect op onze biologische klok. Die staat afgesteld en daar komt nu ‘opeens’ verandering in. Het is dus heel normaal als jouw kindje in deze periode iets meer moeite heeft met inslapen.
Ik geef je wat tips hoe je de overgang iets makkelijker kunt maken:
– Maak gebruik van het daglicht ’s ochtends! Ochtendlicht heeft een positief effect op de slaap van je kind. Het helpt dus als je in de ochtend lekker naar buiten gaat met je kind: licht en frisse lucht is sowieso hartstikke gezond!
– Zorg ervoor dat de kamer voldoende donker is. Nu het ’s avonds wat langer licht is, kan het zijn dat er nog wat licht langs de gordijnen piept op het moment dat je kindje moet gaan slapen. Als je op 1 meter afstand van het bedje van je kindje gaat staan, je je eigen ogen laat wennen aan het donker en je dan NIET kunt zien of je kindje zijn ogen open of dicht heeft, is het donker genoeg. Is dit bij jou niet het geval? Dan adviseer ik je om het iets donkerder te maken, zodat jouw kindje voldoende melatonine (het slaaphormoon) aan kan maken om ook echt in slaap te vallen. Licht blokkeert de aanmaak van dit slaaphormoon, waardoor het voor je kindje fysiek lastiger kan zijn om in te slapen.
– Wees alert op de slaapsignalen van je kind. Elk kind reageert weer anders op het verzetten van de klok, dus als jouw kindje duidelijk aangeeft moe te zijn, dan wil je daar wel op inspelen. Het fijnste is om zoveel mogelijk aan je ritme vast te houden en daarmee de nieuwe tijden, maar laat je kindje niet oververmoeid raken.
– Houd je bedtijdritueel hetzelfde of maak het eventueel iets langer. Het kan goed zijn dat je kindje iets meer tijd nodig heeft om in slaap te vallen, dus breid dan gerust het ritueel iets uit. Zorg wel voor rustige activiteiten, die passen bij een overgang van dag naar nacht, zodat je kindje ook echt tot rust kan komen – al duurt het dan ietsje langer dan gebruikelijk.
Dan, hoe ga je nou om met de nieuwe tijd? Er zijn 3 opties:
1. Niets doen
2. Reactief werken
3. Proactief aan de slag
Optie 1 spreekt voor zich: je doet niets en je kindje zal op zondag een uurtje later wakker worden. Vanaf dan kun je gewoon het schema volgen zoals gewoonlijk, volgens de ‘nieuwe tijd’. Dat houdt wel in dat je kindje gedurende de dag eigenlijk steeds net iets te vroeg naar bed gaat, dus het is fijn om veel naar buiten te gaan en lekker bezig te zijn, zodat je kindje ook voldoende slaapbehoefte kan opbouwen om een fijn dutje te doen.
Bij optie 2 schuif je in feite alles op zondag op. Je kindje wordt een uurtje later wakker, dus de dutjes verschuiven daarmee ook, net als bedtijd ’s avonds. In de dagen / week erna kun je dat dagelijks iets aanpassen, door bijvoorbeeld elke dag het dutje 10 minuten of een kwartiertje naar voren te trekken.
Als je voorkeur naar optie 3 uitgaat, al merk ik dat ouders dit vooral bij zomertijd naar wintertijd inzetten, kun je op voorhand al beginnen met de tijden aanpassen en de dutjes iets naar voren trekken. Ook hier weer ongeveer 10 minuutjes eerder dan de dag ervoor, waardoor je gedurende een week de dutjes en bedtijd steeds iets eerder laat gebeuren, waardoor je kindje uiteindelijk rond 18.00 uur ‘oude tijd’ in bed ligt, wat dus 19.00 uur ‘nieuwe tijd’ is.
Meer tips & tricks? Volg me op Instagram!
